Incontinentie is een aandoening waarbij de urine of ontlasting niet kan worden opgehouden. Men heeft dan de beheersing over de blaas of de beheersing over de sluitspier van de anus verloren.
Incontinentie wordt onderscheiden in twee vormen, te weten:urine-incontinentie en ontlastingincontinentie
De meeste mensen met incontinentie hebben last van urine-incontinentie. De hoeveelheid urineverlies kan bij iedereen verschillen: een druppeltje, een scheutje, een straal of zelfs een hele plas. Het komt op alle leeftijden voor, hoewel meer ouderen er last van hebben. Ongeveer 40% van de vrouwen en 10% van de mannen in Nederland krijgt te maken met urine-incontinentie, meestal is dit dan op hogere leeftijd en/of na een prostaatprobleem.
Incontinentie begint vaak met een ‘klein ongemak’: u verliest zomaar een paar druppels urine. Gewoon als u lacht, bukt, iets optilt, tijdens het hoesten, bij onverwachte bewegingen of terwijl u aan het sporten bent. Er zijn meerdere vormen van urine-incontinentie. Stress-urine-incontinentie is verreweg de meest voorkomende vorm van incontinentie. In de folder leest u meer over stress-urine-incontinentie bij volwassenen.
Door het ongewild verlies van urine kunt u zich onzeker gaan voelen. Misschien gaat u wat minder vaak de deur uit of stopt u met sporten. Dat is begrijpelijk, maar eigenlijk niet nodig. Hoewel de meeste mensen niet gemakkelijk over incontinentie praten, is het juist vaak heel goed te behandelen. We raden u aan om uw urineverlies altijd met uw huisarts of fysiotherapeut te bespreken. Na behandeling kunnen uw klachten afnemen of zelfs verdwijnen.
Er zijn verschillende oorzaken mogelijk en soms ontstaat de incontinentie zonder duidelijke reden. Onder andere fors overgewicht, zwangerschap en bevalling kunnen van invloed zijn op het ontstaan van stress-urine-incontinentie. Ook veel en zwaar hoesten of de overgang kunnen invloed hebben, net als operaties aan buik, bekken of prostaat. Soms hangt de incontinentie samen met medicijngebruik, gynaecologische aandoeningen of psychische factoren zoals onderdrukte emoties (verdriet, angst of boosheid), spanningen of een zware mentale belasting.
Dit kan tot gevolg hebben dat de bekkenbodemspieren niet meer adequaat functioneren. Deze bekkenbodemspieren zorgen ervoor dat de blaashals gesloten blijft als de blaas zich vult, ook bij plotselinge druk zoals bij hoesten of lachen. Wie gaat plassen, ontspant eerst deze bekkenbodemspieren waardoor de blaashals open gaat en de urine kan wegstromen.
Stress-urine-incontinentie is niet alleen afhankelijk van het goed functioneren van de bekkenbodemspieren, maar ook van de houding, de ademhaling, de manier van bewegen en de algemene lichamelijke conditie. Niet op al die factoren kunt u zelf invloed uitoefenen. Waar u echter meestal wel zelf voor kunt zorgen is een goede lichamelijke conditie.
Samen met de fysiotherapeut kunt u op zoek gaan naar een juiste behandeling van uw incontinentie klacht. De fysiotherapeut adviseert u over ademhaling, houding en beweging, drinken en toiletgedrag. U leert uw bekkenbodemspieren bewust aan te spannen en weer te ontspannen. Ook leert u bewust (plotselinge) verhoging van de buikdruk op te vangen. Hiermee kunt u uw incontinentie verminderen of zelfs verhelpen. Oefentherapie voor de bekkenbodemspieren in combinatie met voorlichting en advies vormt de basis van de fysiotherapeutische behandeling. Dat blijkt in veel gevallen succesvol. De meeste mensen bereiken relatief snel en eenvoudig een goed resultaat, bij sommigen lukt dat niet helemaal.
De bekkenfysiotherapeut is gespecialiseerd in het behandelen van urine-incontinentie. De bekkenfysiotherapeut geeft u inzicht in het functioneren van uw bekkenbodemspieren en kan voor het onderzoek en de behandeling een inwendig onderzoek uitvoeren en gebruik maken een EMG-meting, elektrostimulatie en echografie. Dat is een waardevolle aanvulling op de oefentherapie, vooral voor de complexe incontinentie klachten.